vrijdag 28 mei 2010

Hormonen? Lente?

Ik ben wat grieperig. M'n snelheid ligt daarom vandaag ook wat lager. Veel puf om flink door te rijden heb ik dan ook niet. In Hattemerbroek en Wezep heb ik het fietspad genomen en rustig doorgetuft met 25 km/h.

In Wezep zag ik in de verte iets op het fietspad zitten. Het bewoog behoorlijk. Al snel was duidelijk wat het was. Het waren twee houtduiven. Beurtelings sprongen ze een centimeter of 30 omhoog, vleugels flapperend waarna ze weer op de grond terecht kwamen.
Het dartele spul was zo druk bezig met de gevolgen van de lentekriebels dat ze mijn niet aan zagen komen. Na het gedartel gooide het mannetje het over een andere boeg. Opgezette borst, vooroverbuigend probeerde hij z'n partner voor zich te winnen. Maar hij was daar zo druk mee bezig dat hij me pas opmerkte toen ik op een meter afstand was. Als de sodemieter vloog hij op, in eerste instantie ook nog eens in de verkeerde richting: mijn kant op. Gelukkig was het niet raak en kon hij z'n vlucht vervolgen.

Liefde maakt blind. Dit lijkt me een klassiek voorbeeld (met een andere uitleg)

zaterdag 22 mei 2010

Spaakbreuk en ringetjes achter spaakkoppen

De ringetjes achter de koppen van mijn spaken blijven toch heel wat mensen bezighouden lijkt het wel. Vandaar toch maar eens een bericht besteden aan die ringetjes.

Laat ik beginnen met de 4 manieren waarop spaken in een wiel gedrukt worden.
Op de afbeelding kan je je een rechter voorwiel voorstellen met links de veerpoot. Uiteraard zit de naaf om de as geshoven. De naaf heeft twee flensen. De linker, waaraan spaak A en C zitten. Deze linker flens noem ik de 'binnenste' flens gezien deze het dichtst bij de fiets zit. Spaak B en D zitten in de rechter flens. Deze flens noem ik dan uiteraard de 'buitenste' flens gezien deze richting de buitenkant van de fiets wijst.

Spaak A zit dus in de binnenste flens en is vanaf de buitenkant door de flens gestoken.
Spaak B zit in de buitenste flens en is van de binnenkant van de flens naar buiten gestoken.
Spaak C zit weer in de binnenste flens en is van binnen naar buiten gestoken
Spaak D zit in de buitenste flens en is van buiten naar binnen gestoken.

Bij mij zijn de probleemspaken alléén de spaken die aan de binnenste flens zitten en van buiten naar binnen gestoken zijn, spaak A dus.

Er moet wel in gedachten gehouden worden dat spaak C niet alleen onderaan zit maar het hele wiel rond en dus ook bovenaan bij spaak A. Uiteraard zit spaak A dus ook bij spaak C. Zo ook spaak B bij D en D bij B. Maar om goed verschil aan te geven hoe de 4 verschillende spaken door beide flensen gestoken zijn, heb ik ze op 4 plekken getekend.

Dan nu een foto. Wegens ruimtegebrek heb ik de buitenste flens van Versatile 006 gefotografeerd. Voor de uitleg maakt dat verder niet zo gek veel uit. Maar het probleem doet zich dus voor bij de binnenste flens.

Spaak A in de tekening is van buiten naar binnen door de flens gestoken. Dat is in de foto hieronder ook zo. Spaak C is op de tekening van binnen naar buiten gestoken door de flens en dat zie je ook op de foto. Goed, op de foto zit je te kijken naar spaak B en D in werkelijkheid. Maar het gaat om de afstand tussen de spaak en de flens.


Kijk eerst naar spaak C. Links van de flens zie je nog net het kopje buiten de flens uit steken. Aan de rechterkant van de flens ligt de spaak vrijwel strak tegen de flens bij de knik in de spaak. Bij de rand van de flens ligt de spaak helemaal strak tegen de flens aan.

Dan spaak A. Hierbij zit de spaakkop aan de rechterkant (buitenkant) van de flens. De kop van spaak A kan je niet zien omdat die achter spaak C zit, niet zichtbaar voor het fototoestel. Maar ga vanaf spaak C naar onderen op de foto en je ziet de volgende set van spaak A en C bij elkaar waaribj de kop van die spaak A wel zichtbaar is.

Maar aan de linkerkant van de flens zie je een forse ruimte zitten tussen spaak A en de flens. De spaak raakt de flens eigenlijk nergens anders dan in het flensgat waar de spaak door de flens gestoken is.
En met die ruimte tussen flens en spaak ontstaat het probleem. Het is gewoon een stukje hefboomwerking denk ik. Anders kan ik het niet verklaren.

Dan de ringetjes. De ringetjes doe ik om de spaak nog vóór ik de spaak door de flens steek. Als ik een even dik stapeltje ringetjes om de spaak doe als er ruimte zit tussen de spaak en de flens (zie spaak A), dan zal dus de kop niet strak tegen de flens aan kunnen komen maar opgetild worden door de ringetjes. Daarbij wordt de spaak dus strak tegen de flens getrokken. De 'hefboom' tussen de kwetsbare knik in de spaak en het steunpunt in de flens is hierbij beduidend korter geworden. Daarmee wordt het moment op de knik in de spaak kleiner en verkleint dus ook de kans op breuk.

Maar diezelfde opening zie je ook bij spaak D (in werkelijkheid is spaak A op de foto dus spaak D maar de werkelijke spaak A heeft dus ook die afstand tussen flens en spaak). Hoe komt het dan dat spaak A wel breekt en spaak D niet?

Ik ga weer even uit van het rechter wiel zoals op de tekening staat. Als ik een bocht naar links maak, is de kracht op het rechterwiel het grootst.
Door de traagheid van de fiets wil de fiets zelf rechtdoor maar het wiel trekt hem naar links. Maar de fiets drukt in wezen tegen de as naar rechts. In wezen wil de fiets het wiel dus in een schuinstand naar rechts drukken.

Hierbij is te zien dat de spaken bovenaan aan de binnenkant van het wiel uitgerekt worden en aan de onderkant van het wiel juist de buitenste spaken. Let wel: ook spaak B en C worden opgerekt alleen dan niet in de positie waar ze getekend zijn. Spaak D zit ook bij B (en omgekeerd) en spaak A zit ook bij C (en omgekeerd). ALLE spaken willen dus opgerekt worden maar dan alleen bovenaan aan de binnenkant van het wiel of onderaan aan de buitenkant van het wiel.

Maar daarmee is nog steeds niet verklaard waarom spaak A wel breekt en spaak D niet. Mijn vermoeden is dat de zwaartekracht hierbij ook een rol speelt. Een wiel staat niet op z'n spaken maar hangt aan z'n spaken. De bovenste spaken hebben dus ook nog eens de zwaartekracht van de fiets op te vangen. Daarmee heb je dus de grootste kracht aan de spaken bovenaan die aan de binnenkant van het wiel zitten van het wiel dat aan de buitenkant van de bocht zit.

Maar niet alleen de plaats van de spaak en de zwaartekracht spelen een rol. Er zijn honderden velomobielrijders met soms nog zwaardere rijders dan ik. Hoe komt het dan toch dat ik zoveel spaakbreuk heb? Daar moet dus nog een andere oorzaak bij komen. Die zal liggen bij mij of bij mijn route denk ik. Ik denk dan aan mogelijke oorzaken als de manier waarop een bocht genomen wordt, hoe vaak er in een bocht een opritje op- en/of afgereden wordt.

Tot slot nog een foto van een echte probleemspaak A. Op de naaf staat een 3 geschreven met blauwe stift. Dit is voor mij een indicatie dat ik daar een spaak heb vervangen en daar 3 ringetjes achter de kop heb gedaan. Mocht ik ooit spaakbreuk hebben bij een spaak waar een getal bij staat, dan weet ik dat er een spaak MET ringetjes gebroken is en weet ik dat ik naar een andere oplossing moet zoeken. Maar dat is tot dusver vermoedelijk nog niet gebeurd. Ik zeg vermoedelijk omdat ik in het linker wiel ergens een keer een fout in de statistieken heb gemaakt omdat ik op 10 spaken uit zou komen terwijl er maar 9 spaken A in een wiel zitten.

Maar goed, de foto van een spaak met de 3 messing ringetjes achter de kop:
Bovenstaand verhaal is waarom ik denk dat juist 'spaak A' breekt en niet de rest.
Let wel: dit is mijn idee over de oorzaak van mijn spaakbreukproblemen en dus mogelijk niet de waarheid.
Mocht iemand nog andere ideeën hebben of mogelijk ontbrekende dingen zien in mijn verhaal of mogelijk zelfs fouten, laat maar weten.

Een paar keer RIS en RVS maar zonder verdere impulsen

Gisteren op weg naar huis zag ik bij de tweede kruising een racefietser voor me langs rijden over het fietspad. Hij leek redelijk door te rijden dus hoi, reden voor een acuut gevalletje RIS.

Omdat ik nog maar een paar honderd meter van m'n werk verwijderd was en dus nog even op gang moest komen, heb ik m'n aanval van RIS niet de vrije loop gegeven maar heb ik langzaam m'n tempo opgevoerd. Met een vaartje van 34 km/h liep ik eindelijk op hem in. Niet snel, maar het gebeurde wel.

Vlak voor de oude Willem de Zwijger kazerne reed ik achter hem. Ik besloot hem even te volgen. De racefietser reed met een zeer nette kadans van zo'n 100, mogelijk 110. Ik deed het rustuger aan met iets meer dan 90 omwentelingen per minuut.

In Hattemerbroek reden we de fietsenzaak voorbij waarna de racefietser over z'n linker schouder naar achteren keek. Zijn doel was vrij snel duidelijk: hij zag dat ik voldoende afstand had en sorteerde voor naar links om vervolgens de rijbaan op te gaan. Ik voelde het RIS ineens helemaal borrelen. Eindelijk een racefietser die wel even wat vlotter door wilde trappen. Maar tot m'n stomme verbazing ging hij niet harder rijden. Het leek er zelfs eerder op dat hij vaart had geminderd want terwijl ik rustig doorpeddelde met 34 km/h reed ik hem voorbij en liep op hem uit (ik reed notabene over de irritante klinkerweg parallel aan de hoofdrijbaan en kreeg ook nog eens een verhoogde kruising onder m'n wielen door).

Maar goed, dat was een enorme afknapper. Misschien wist hij wel van de aandoening van ligfietsers en besloot hij juist het tegenovergestelde te doen. Het is leuk om achter een racefietser aan te jagen (of je het nou 'wint' of niet, een echte tegenstander vind ik wel fijn). Nog leuker is het natuurlijk om hem het snot voor ogen te laten trappen en vervolgens te laten verdwijnen in je achteruitkijkspiegels. Maar bijna 'frustrerend' is het als je denkt een echte tegenstander te hebben die een handeling doet waaruit ik meen te moeten opmaken dat hij flink gas bij gaat geven om vervolgens het omgekeerde te doen. Zie het maar een beetje als de Rambol-reclame met de schone blonde die er verleidelijk bij zit en vervolgens met een gru-we-lij-le stem meldt dat ze haar moeder nog uit bad moet halen. Zo'n gevoel.

Maar goed, niet getreurd want in de verte zag ik nog twee voorovergebogen fietsers omhuld met Lycra. Dus de afknapper zakte snel weg. Maar eenmaal dichterbij gekomen bleek ook dit stel gewoon rustig te toeren waarbij mijn snelheid van 37 km/h al genoeg was om ze in no-time te laten verdwijnen in m'n achteruitkijkspiegels. Van RVS was dus ook al geen sprake meer. Maar goed, ik moet het maar onder ogen zien. Ik heb twee keer een equivalent van éen 'blauwtje' gelopen. Jammer maar helaas.

Gelukkig kon ik verder wel genieten van het heerlijke weer.

Spaakbreuk LV9 en RV3

Het moment is dan eindelijk aangebroken: alle 'probleemspaken' in het linker voorwiel zijn nu vervangen door nieuwe exemplaren met ringetjes achter de kop. Nu ben ik razend benieuwd of ik in m'n linker voorwiel nog weer spaken zal breken of niet. Ik ben zo'n beetje de enige velomobilist die zo enorm veel spaakbreuk heeft lijkt het wel. Goed, ik weet dat Paulus met z'n eerste Quest op een gegeven moment in z'n ene wiel een flinke vracht gebroken spaken ontdekte maar dat is dan ook het enige geval en ook de enige keer geweest dat ik heb gehoord van veel spaakbreuk bij velomobilisten (mezelf uitgezonderd).

Maar het was niet eens het linker voorwiel waarvoor ik m'n fiets op z'n kant heb gegooid. Ik had een spaakbreuk ontdekt in m'n rechter voorwiel. Als ik toch aan het vervangen ben, controleer ik direct even alle wielen want dat lukt erg mooi als de fiets ligt in plaats van op z'n wielen staat.
Maar goed, bij het rechter voorwiel heb ik nog 6 spaken te gaan voordat ook daar alle probleemspaken vervangen zijn door exemplaren met een drietal ringetjes achter de kop.

De statistieken van de vervangen spaken (met ringetjes):

Rechter voorwiel:
1 spaak met 2 messing ringetjes
2 spaken met 3 messing ringetjes

Linker voorwiel:
1 spaak met 4 messing ringetjes
8 spaken met 3 messing ringetjes

Kilometerstand: 9086

dinsdag 18 mei 2010

Jaarlijkse ritje Rijssen

Vandaag was het weer zover. Ik moest voor het werk weer naar Rijssen toe. Ik zeg 'moest' maar het is geen straf. De 2 uur die ik daar ben zijn zéér nuttig.
Gezien de afstand vanaf het werk tot Rijssen goed te fietsen is (50 kilometer), heb ik dat gewoon met de fiets gedaan.

De route die ik heb genomen was iets anders dan de route die ik veel vaker gereden heb. ik heb al eerder een route over de dijk langs de IJssel genomen richting Zwolle Zuid om daarna door te rijden naar Laag Zuthem. Van daaruit gaat het door naar Heino. Vanaf dat punt is de route gelijk aan wat ik voorheen gereden heb.

Hoewel....
Vlak voor Raalte gaf mijn GPS een route links langs Raalte aan terwijl ik normaal altijd door Raalte ga. Ik besloot mijn GPS te volgen. Maar dat had ik beter niet kunnen doen. Het geladen kaartmateriaal is iets te zwaar voor m'n GPS. Ik mis daardoor regelmatig een afslag met als gevolg dat ik kris-kras door een woonwijk ga. Dat rijdt niet echt lekker vlot en is dus niet voor herhaling vatbaar.

Op een gegeven moment zit ik zichtbaar weer op de route want de omgeving herken ik. Gelukkig, ik kan vanaf dat moment weer lekker doorrijden. En met lekker doorrijden bedoel ik ook lekker doorrijden. Vlaggen langs de weg laten zien dat ik met de wind mee rijd. Hoewel de Quest een mooie stroomlijn heeft, merk je het toch wel.

Bij Nijverdal is het even kijken want onlangs ben ik er ook langs gekomen en was één en ander afgezet. Vandaag ook. Ik kon aan de rechter kant van de weg niet doorrijden in verband met de aanleg van een viaduct. Dus moest ik de weg oversteken naar links. Enige afstand verder ben ik weer naar rechts gegaan.

Het omhoog rijden van de bult richting Nijverdal ging verre van snel. Uiteindelijk ben ik met zo'n 13 km/h boven gekomen. Ik ben toch blij met het enorm kleine blad voor en het enorme blad achter. Ik heb overwogen om bij een toekomstige cassettewissel de set achter te vervangen door een set met minder groot bereik en dus een kleiner 'grootste' tandwiel. Maar dat laat ik toch maar achterwege denk ik.

De bult omlaag bij Nijverdal is heerlijk. Zonder trappen bereik ik al de 50 km/h. Helaas moet ik afremmen in verband met een slinger in het fietspad en een fietser.
Vanaf Nijverdal is het doorrijden naar Rijssen. Die afstand is niet zo gek groot dus dat duurt niet lang.

De terugweg is een stuk minder vlot gegaan. M'n conditie is toch niet echt daverend vandaag. De wind tegen en de conditie maakt dat de snelheid terug een stuk lager ligt. Maar ach, geeft niet. Gewoon lekker doorrijden.

In Nijverdal is het weer feest in verband met de afzetting. Ik begin rechts van de weg. Boven op de bult moet ik naar links. Enige tijd later word ik weer naar rechts gedirigeerd. Maar in verband met de irritante oversteek in Mariënheem wil ik liever links van de weg rijden dus al eerder steek ik weer over naar links. Dat is dus 3x oversteken binnen niet al te grote afstand.

Thuis aangekomen heb ik 110 kilometer op de teller. Toch weer een leuke afstand erbij. Volgende week woensdag mag ik weer naar Rijssen.

vrijdag 14 mei 2010

Super Sealant, lek en plakken

Zoals al veel vaker gemeld op deze weblog, ik gebruik dus Super Sealant in m'n binnenbanden. Het goedje heeft al heel wat lekken effectief gedicht maar ook heeft het me al een paar keer in de steek gelaten met grotere lekken.

Het gerucht gaat rond dat eenmaal die Super Sealant in de band, dat plakken dan onmogelijk is. Nu ben ik het daar niet helemaal mee eens watn ik heb al vaker lekken geplakt in banen met daarin Super Sealant. Maar dat was heerlijk thuis in de warme keuken met water, wasbenzine, licht e.d. bij de hand. De banden heb ik allemaal geplakt waarbij ik de banden eerst schoon gepoestst heb met wasbenzine. Nooit is dat een probleem geweest.

Maar wat als je onderweg toch een keer lek rijdt en de Super Sealant kan z'n werk niet doen en je hebt geen reserveband mee. Ik ga er dan vanuit dat je ook niet standaard een vrachtje wasbenzine op zak hebt. Een plaksetje heb je als fanatiek fietser vermoedelijk toch wel bij je. Dus dat wordt plakken of lopen.

Ik was voorheen altijd het luie type plakker. Binnenband uit de buitenband. Als het lek op een vlak stuk van de band zit (geen naden in de buurt), dan gewoon lijm erop, plakker erop en klaar. Geen schuurwerk dus, geen schoonmaken alleen eventueel droog maken.

Ditzelfde heb ik nu geprobeerd met een lek in een band met Super Sealant. Ik had toevallig nog een binnenband liggen met hollands ventiel (waardeloos werken vind ik dat, dus toch een flutband waar wel mee geëxperimenteerd mag worden). Verder nog een velg van m'n Alleweder en ook nog een versleten S-Lick. Vraag me niet waarom ik die nog in m'n garage had hangen want het ding had ik al afgeschreven. Maar het kwam nu toch mooi uit dat hij er nog hing.

Gisteren heb ik de binnenband met Super Sealant samen met de versleten S-Lick om de velg gelegd en opgepompt. De druk weet ik zo niet maar ik schat tussen de 5 en 6 bar. Ik heb het gewoon gedaan met een ordinaire klassieke fietspomp. Vervolgens heb ik een dikke priem in het rijvlak geramd. Direct na verwijderen van de priem begon de boel flink te sissen. Dus het lek naar beneden gedraaid en 'foep', lek gedicht.

Dit heb ik een nachtje laten staan met het lek naar onderen.

Vanmorgen heb ik de binnenband uit de buitenband gehaald om hem te plakken. Deze keer op de luie manier. Dus alleen even de vloeistof aan de buitenkant van de binnenband geveegd met een droge doek tot de band droog was. Vervolgens lijm erop en de plakker erop.

Enige tijd later heb ik wat aan de plakker gepeuterd. Ik kon hem in z'n geheel weer van de band trekken. Maar waardoor? Is het de Super Sealant geweest of mijn luie plakactie?
Daarom heb ik de plakker eraf getrokken en vervolgens op dezelfde plek opnieuw geplakt maar deze keer ook met wasbenzine afgepoetst. Na enige tijd ook hier weer de plakker getracht te verwijderen. Dat ging praktsich net zo gemakkelijk/lastig. Alleen nog een klein beetje van de (rode) rand bleef nog zitten maar de rest ging er volledig af. Maar deze plakactie was dus met wasbenzine maar zonder schuren.

Omdat ik geen zin had om die randjes eraf te peuteren heb ik een andere band gepakt voor de volgende test: schuren, wasbenzine en plakken op een plek waar zeker géén Super Sealant op gezeten heeft. Die plakker zit na enige tijd duidelijk strakker. Die heb ik niet in z'n geheel van de band kunnen trekken.

Nu heb ik de originele band nog een keer gepakt om te plakken. Deze keer op een plek waar nog géén Super Sealant geweest is. Hierbij heb ik ook géén wasbenzine gebruikt en ook géén schuurpapier gebruikt. Maar deze plakker laat zich ook vrij gemakkelijk verwijderen.

Tot slot heb ik nog een band met Super Sealant lek gestoken, rondom het gat lekker de Super Sealant laten lekken. Vervolgens de plek afgeveegd en de band opgeschuurd. Hierbij heb ik géén wasbenzine gebruikt. Na plakken liet de plakker zich niet in z'n geheel van de band trekken, met andere woorden: dit was goed geplakt.

Heb ik één ding nog niet geprobeerd: een lek in een band met Super Sealant gaan plakken door droog te maken, op te schuren en te ontvetten met wasbenzine. Maar dat lijkt me overbodig gezien ook zonder wasbenzine de hechting al goed is. Ik heb nu wel genoeg plakkers verspeeld.

Samengevat denk ik nu dus wel te kunnen zeggen dat de Super Sealant géén belemmering vormt bij het plakken van een band. De belangrijkste factor voor goed hechten van de plakker lijkt dus niet ontvetten te zijn maar het opruwen van de band.

Concreet betekent dat je onderweg aan een droge doek, een stukje schuurpapier, de plakker en de solutie genoeg hebt om een goed hechtende plakker te krijgen, ongeacht de aanwezigheid van Super Sealant.